GODVERDOMSE FOUT

In Humo van deze week staat een lezersbrief van ene W. Verhelst uit Aalter. Hij wijst Verhulst op een serieuze wiskundige fout. Die Humo-lezer moet ooit wiskunde (8u) gestudeerd hebben, want wij hebben in ieder geval geen fouten ontdekt. Misschien zijn we daarom leerkracht Nederlands geworden...

Onze man uit Aalter heeft een serieus probleem met de volgende passage. Het gaat over een driehoek, denken we. En het moet iets met Pythagoras te maken hebben: 'De som van het kwadraat van de schots en scheve zijden is toch wel gelijk aan het kwadraat van de rechte zijde!' (p. 41) Waar ging Verhulst uit de bocht? Ontdek je nog andere fouten in het boek?

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Ach meneer, wat maakt het uit wat als hij nu een kleine fout schrijft over de Wet Van Pythagoras. Als lezer begrijp wat hij wilt zeggen. Wat wel jammer is dat er zo mensen zijn die heel perfectionistisch zijn. Bijvoorbeeld: toen ik in het station was zat ik op de trappen naast de Panos. Ineens kwamen er aangekomen reizigers aan op het perron boven mij. Iedereen zag dat ik op de trap zat en nog nooit had iemand daar een probleem mee gehad. Tot er opeens een mevrouw naast mij komt staan voor mijn valies. Ze bleef daar zeker voor 2 minuten staan.Ik schoof wat op zodat ze kon passeren en gebaarde naar haar de opening die ik voor haar gemaakt had. Maar ze zei:"Deze trap is om naar beneden te gaan als je toekomt en niet om op te gaan zitten". " Hoe kun je zo zijn?" dacht ik.
Uiteindelijk heb ik mij even rechtgezet en ze passeerde precies of er niets gebeurt was. Zo zie je dat er een aantal mensen de fouten van andere zoeken en niet kunnen flexibel genoeg zijn om andere dingen te aanvaarden.
hier heb je nog de stelling van Pythagoras :
"In een rechthoekige driehoek is het kwadraat van de lengte van de schuine zijde gelijk aan de som van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden."

DDK 6 MTTSba

Anoniem zei

In de rechthoekige driehoek ABC zijn de zijden a en b de zijden gelegen naast de rechte hoek, de rechthoekszijden. De zijde c grenst niet aan de hoek van 90° en heet schuine zijde of hypotenusa. De stelling van Pythagoras geeft voor rechthoekige driehoeken een verband tussen de lengtes van de rechthoekszijden (a en b) enerzijds en de lengte van de hypothenusa (c) anderzijds:

"In een rechthoekige driehoek is het kwadraat van de lengte van de hypotenusa gelijk aan de som van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden".
In de bekende wiskundige vorm:

a² + b² = c²

Jana Raman 6WTS

Anoniem zei

Is dat copy/paste? verdorie dat is ingewikkeld. ik kan er niet aan uit en ik doe zes uur wiskunde. Het kan veel simpeler uitgelegd worden, hoor! Er is maar een schuine zijde en twee rechthoekszijden in een rechthoekige driehoek, niet omgekeerd;

Anoniem zei

Je volgt terecht 6 uur wiskunde, Kristof. Waarom de zaken nodeloos moeilijk maken? Dat noemen ze lik op stuk geven...